Wat is de betekenis van zwanzer?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zwanzer

m. (-s), grappenmaker.

2025-07-24
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

zwanzer

grappenmaker Nonkel Armand, ge zoudt hem dat niet aangeven met zijn lachende muil, is veel te serieus. Ge zoudt denken dat hij alleen maar een charmante zwanzer is, maar waarom denkt gij dat hij zijn eigen zo in de drank smijt en in 't slecht vrouwvolk? Omdat hij problemen heeft, Armand, ik zeg het u. (Hugo Claus, Het verdriet v...

2025-07-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zwanzer

(de, -s) grappenmaker, iemand die onzin, flauwekul verkoopt. Brabanders nemen zichzelf absoluut niet serieus. Het zijn echte ‘zwanzers’, die niets liever doen dan aan de toog wat zeveren. - Libelle, 01-08-2002.

Gerelateerde zoekopdrachten