Wat is de betekenis van ZOTSKAP?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zotskap

(-pen), 1. v., kap met bellen, narrenkap ; 2. m. en v. (-pen), dwaas, gek; gekkin.

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zotskap

s., gekskape.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zotskap

1 v. zotskappen (kap met bellen, narrenkap); 2 m. en v. zotskappen (zot persoon).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zotskap

('zots) (-pen) 1. v. Eig. narrenkap met bellen. 2. m. en v. Metn. zot persoon.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zotskap

v./m. (-pen), 1. kap met bellen, narrenkap; 2. dwaas, gek; gekkin.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZOTSKAP

ZOTSKAP, v. (-pen), kap met bellen, narrenkap; —, m. en v. (-pen), dwaas, gek; gekkin.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)