Wat is de betekenis van Zoötechniek?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zoötechniek

v., veeteelt, toegepaste zoölogie.

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Zoötechniek

kunst om huisdieren te fokken en te veredelen, veeteeltwetenschap.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Zootechniek

veeteeltwetenschap; kunst om dieren te fokken

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Zootechniek

toegepaste zoölogie, veeteelt.

2025-07-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Zoötechniek

is veeteelt.

2025-07-26
Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Zoötechniek

Onder deze benaming wordt samengevat de studie van de beoordelingsleer, de raskennis, de fokleer, de gezondheidsleer en de voeding der huisdieren. Het object is in hoofdzaak het gezonde dier, hoewel in enkele gevallen het terrein van de pathologie betreden wordt. Met name geschiedt dit bij de studie van erfelijke deformiteiten en ziekten, terwijl o...

2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

zootechniek

v. kunst om huisdieren te fokken en te veredelen

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zoötechniek

synoniem voor → veeteelt.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zoötechniek

(zoötech'ni:k) v. toegepaste zoölogie, veeteelt.