Wat is de betekenis van zompig?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zompig

bn., moerassig.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zompig

zompig - Bijvoeglijk naamwoord 1. op een moeras gelijkend, nat en modderig Dat zompige stuk land vraagt om een paar goeie laarzen. Woordherkomst afgeleid van zomp met het achtervoegsel -ig

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zompig

('zompəch) bn. en bw. moerassig.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)