Wat is de betekenis van zohaast?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zohaast

I. bw., (veroud.) weldra, in korte tijd: ik ben zohaast klaar ; II. vw., (w. g.) zodra: hij kwam, zohaast hij kon.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zohaast

zohaast - Voegwoord 1. op het moment dat aan de gestelde voorwaarde voldaan is De behandling dient gestopt te worden zohaast de pijn verdwenen is. Woordherkomst samenstelling van zo en haast Synoniemen zodra

2025-07-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

zohaast

zodra Zohaast de vrachtwagens met moffen, met hun opschrift 'Wir kommen zurück' verdwenen waren, gingen wij een kijkje nemen in de luchthaven. (Renaat Braem, Het schoonste land ter wereld) Ook veel gebruikt in België: 'van zohaast'. Een voorbeeld: 'Ik vraag het hem, van zohaast hij terug is.'...

2025-07-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zohaast

- (van)zohaast, zogauw, zodra.

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zohaast

I. Als bijw. Vooral in de verb. zohaast mogelijk, zo vlug mogelijk. II. Als voegw. Ter inleiding van een voorwaardelijke, tijdaand. bijzin, ook in de verb. van zohaast, zodra. Dat zal ik hem morgen aanstonds zeggen, van zoohaast hij op ’t werk komt, PEETERS 1931, 19. Wat met Cottenier gebeurde weet ik niet, maar ik werd deze...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zohaast

(zo'ha:st) 1. bw. Veroud. onmiddellijk: het is gereed. 2. vgw. zo gauw, zodra: je mij roept, kom ik; kwam de vakantie niet, of allen gingen naar de zee.

Gerelateerde zoekopdrachten