zoetwatervissen
zoetwatervissen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zoetwatervis
Wiktionary (2019)
zoetwatervissen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zoetwatervis
Meindert Schroor PhH (2016)
Waarnemingen omtrent de verspreiding van zoetwatervissen vinden hun oorsprong in de beroepsvisserij, wat later gevolgd door de sportvisserij. Vooral in de jaren 1980 verschenen diverse rapporten en plannen over het beheer van de visstand in Fryslân. Daarna kwam de belangstelling ook van de zijde van de water- en natuurbeheerders. De Europese Kaderr...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
→ Beenvissen, die in hun lichaam vloeistoffen hebben met een osmotische druk groter dan die van hun omgeving endieduswatervan buiten aantrekken. Dit water wordt verwijderd door het uitscheiden van grote hoeveelheden urine. Een verhoging van het zoutgehalte van het omringende water verdragen ze niet. Door verzilting en vervuiling zijn de Zeeuws...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: