Wat is de betekenis van ZOETSCHAAF?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zoetschaaf

v. (...schaven), blokschaaf met dubbele beitel om zoet of zeer glad te schaven.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zoetschaaf

zoetschaaf - Zelfstandignaamwoord 1. (gereedschap) een fijne schaaf bedoeld om een oppervlak glad te maken Ik moet het nu nog even met de zoetschaaf bewerken. Woordherkomst samenstelling van zoet(werkwoord) en schaaf

2025-07-23
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

zoetschaaf

zoetschaaf - Lange schaven, tussen de 46 en 52 centimeter lang, die worden gebruikt voor het glad maken van planken.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zoetschaaf

v. zoetschaven (timm. schaaf m. dubbele beitel om hout glad te schaven).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zoetschaaf

('zoet) v.(...schaven) blokschaaf met dubbele beitel om hout te zoeten. Syn. gladschaaf.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zoetschaaf

v./m. (-schaven), →gladschaaf.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZOETSCHAAF

ZOETSCHAAF, v. (...schaven), blokschaaf met dubbelen beitel om zoet of zeer glad te schaven.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)