Wat is de betekenis van Zoetekoek?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zoetekoek

v., (veroud.) koek die zoet van smaak is, inz. peperkoek [zie voor iets voor zoete koek opeten bij Koek].

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zoetekoek

zoetekoek - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) honingkoek Woordherkomst samenstelling van zoet en koek met het invoegsel -e-

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zoetekoek

v. (koek, zoet van smaak, inz. peperkoek); zie koek 2.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zoetekoek

(‘koek) m. (-en) koek met zoete smaak. Inz. peperkoek: alles voor opeten, zich alles laten welgevallen.