Zijn oogen zijn grooter dan zijn maag (of dan zijn buik)
D.w.z. hij is niet bij machte zooveel te eten als hij dacht; hij neemt meer eten op zijn bord dan hij op kan, hij heeft een groot oog gehad; vgl. fri. in great each hawwe, veel willen hebben. Vgl. Campen, 16: die oghen syn wyderdan den buyck-, V.d. Venne, 98: het Oog is grooter als den Buyck, De Brune, 495: de oogh zi...