zich de klere schrikken, werken enz.
(1966) (inf.) heel hard schrikken, werken enz. • Ik ging met Loesje naar ‘t toneel ‘k verveelde me algauw de kolere ‘n stuk van Rembrandt weet ik veel. (Jan Cremer: De flipstand. 1966) • Die piloot schrok zich de kolere, net goed voor die patser. (Remco Campert: Tjeempie! of Liesje in Luiletterland. 1968) • Had...