Wat is de betekenis van ZETWEGER?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZETWEGER

ZETWEGER, m. (-s), (zeew.) de zware beplankingen die, op elk dek, de binnenhuid van het schip bekleeden van de watergang tot aan den onderkant der geschutpoorten.

2025-07-24
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Zetweger

z.n.m. - Benaming van de zware beplankingen, die, op elk dek, de binnenhuid van het schip bekleeden van den watergang tot aan den onderkant der geschutponten.

Gerelateerde zoekopdrachten