Wat is de betekenis van ZESDEHALF?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zesdehalf

telw., vijf en een half.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zesdehalf

telw. (vijf en een half, d. i. vijf en de zesde half): zesdehalf gulden; zie zesthalf.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zesdehalf

bn. vijf en een half.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZESDEHALF

ZESDEHALF, telw. vijf en een half.

Gerelateerde zoekopdrachten