Wat is de betekenis van zerfallen?

2025-07-22
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

zerfallen

uiteenvallen, aan stukken vallen, vervallen; bestaan uit; in onmin geraken, oneens worden; mit einem zerfallen sein, met iem. gebrouilleerd zijn; dieser Abschnitt zerfällt in drei Teile, deze afdeling bestaat uit drie delen.