Wat is de betekenis van Zelfbinder?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zelfbinder

v. (-s), 1. das die men zelf strikt; 2. maaimachine die ook schoven bindt ; 3. elastische band om pakjes op een bagagedrager te klemmen.

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Zelfbinder

is een machine, waarmee graan wordt gemaaid en in schoven gebonden. Het graan wordt afgesneden door een in een vingerbalk heen en weer gaand mes. Een haspel strijkt de afgemaaide halmen op een platform achter de vingerbalk, waarover een rondgaande doek de halmen zijdelings afvoert naar 2 schuin omhoog lopende elevatordoeken, die de halmen over het...

2025-07-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Zelfbinder

machine, die het graan niet alleen maait, maar in dezelfde arbeidsgang ook machinaal bindt.

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zelfbinder

(landbouwwerktuig), ➝ Maaien.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zelfbinder

m. (-s) zelfstrikker.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Zelfbinder

Zelfbinder - een graanmaaimachine, welke tevens den schooven van een band van touw voorziet,

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zelfbinder

v. (-s), 1. das die men zelf strikt; 2. maaimachine die ook schoven bindt (➝ binder); 3. elastische rubberband om pakjes op een bagage drager vast te houden, snelbinder.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)