Wat is de betekenis van Zelf, Zelve?

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Zelf, Zelve

Zelf, Zelve, bn. in eigen persoon; dat spreekt van -, dat be- hoeft@#geene vermelding, - geen betoog, - niet gezegd, dat is zeer natuurlijk; hij - moet komen, hij mag geen ander in zijne plaats zenden; van zich zelve(n) vallen, in eene bezwijming vallen, buiten kennis geraken; zij heeft geene goederen van haar zelve (die haar in persoon toebehoore...