Zegeltje
o. (-s), 1. klein zegel; 2. zegeltjes, gew. ben. voor het lelietje van dalen ; ook voor de (veelbloemige) salomonszegel.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. klein zegel; 2. zegeltjes, gew. ben. voor het lelietje van dalen ; ook voor de (veelbloemige) salomonszegel.
Wiktionary (2019)
zegeltje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zegel
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: