Wat is de betekenis van zeester?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeester

v. (-ren), orde van stekelhuidige dieren met een plat, vijfstralig of stervormig lichaam (Asteroidea); de mond ligt steeds in het midden van de buikvlakte : men kent ruim 450 soorten van zeesterren.

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zeester

stervormig zeedier. ongewerveld, stervormig zeedier met een plat lichaam met meestal vijf armen die aan de onderzijde zijn voorzien van zuignapjes. Voorbeelden: Stekelhuidigen zijn ongewervelde dieren met een symmetrie in de orde van vijf. Ze hebben tot platen verbonden onderhuidse kalkknobbeltjes. Zeeegels, zeesterren en zeekomkomme...

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

zeester

(2018) (stud.) kijk onder Leidse* zeester. • Zeester: De passieve partij tijdens de seks. (www.dub.uu.nl/nl/achtergrond/het-studentikoze-woordenboek-van-aanduwen-tot-ufje-en-zeester, 16/08/2018)

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zeester

zeester - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) Asteroidea een schijfvormig stekelhuidig diertje met 5 armen, leeft in de zee en eet vooral schaaldieren Woordherkomst samenstelling van zee en ster . Deze stekelhuidigen leven in zee en hebben de vorm van een ster.

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

zeester

zeester - Stekelhuidige dieren met een plat, vijfstralig of stervormig lichaam (de mond ligt steeds in het midden van de buikvlakte)

2025-07-28
Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

ZEESTER

Tot de groep der stekelhuidigen, zoals de wetenschap ze noemt, behoren ook de zeesterren, die we ’s zomers wel eens (dood en uitgedroogd) kunnen aantreffen op het strand van de Noordzee. Zeesterren zijn stervormig gebouwd. Ze hebben vijf puntig toelopende armen en lijken daardoor wel wat op sterren, zoals de mens ze altijd afbeeldt. Want in werkeli...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zeester

s., séstjer, fiiffoet, sultsje (it).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zeester

v. zeesterren, (stekelhuidig dier): de zeester voedt zich met schelpdieren; de gewone Lat. asterias rubens.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zeester

v. (-ren) stervormig stekelhuidig zeedier (Asterias rubens).