Wat is de betekenis van zeepzieder?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeepzieder

m. (-s), vervaardiger van zeep.

2025-07-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zeepzieder

iemand die zeep vervaardigt. iemand die zeep vervaardigt; zeepmaker. Voorbeelden: Hij liet me het adres aan de achterkant van mijn mooie map opschrijven. In Rotterdam. 'Een zeepfabriek,' zei hij en wenste me succes [...]. Ik aarzelde om naar Rotterdam te gaan. Naar die zeepzieder. Ik werd misselijk als ik er aan dacht. In m...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zeepzieder

m. zeepzieders (bereider van zeep).

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)