Zeepok
v. (-ken), groep van kleine, rankpotige weekdieren met kalkschalen, die zich vastzetten op palen, schelpen, scheepshuiden enz., o.a. de geslachten Balanus, Goronula en Chelonobia.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-ken), groep van kleine, rankpotige weekdieren met kalkschalen, die zich vastzetten op palen, schelpen, scheepshuiden enz., o.a. de geslachten Balanus, Goronula en Chelonobia.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
wit, knobbelvormig schaaldiertje. klein schaaldiertje met een behuizing in de vorm van een plat kegeltje of kleine piramide, dat in zee leeft en zich vastzet op stenen, schelpen, vissen of scheepsrompen en meestal in grote aantallen samen wordt aangetroffen. Voorbeelden: Op het eerste gezicht zou je het niet zeggen, maar zeepokken ho...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
zeepok - Zelfstandignaamwoord 1. (kreeftachtigen) een dier behorende tot de orde Sessilia zoals de gewone zeepok Semibalanus balanoides dat zich als volwassen dieren vastzet op een vaste ondergrond of een ander dier ♢ Een walvis is vaak begroeid met zeepokken. Woordherkomst samenste...
M. J. Koenen's (1937)
v. zeepokken (kreeftachtig dier, vastgegroeid op mossels, op havenhoofden enz.; Lat. balanus).
Jozef Verschueren (1930)
v. (-ken) een der schaal diertjes die op stenen, palen, schelpen enz. in zee, als pokken zijn vastgehecht (Balanus).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: