Wat is de betekenis van ZEEPHOUT?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeephout

o., hout v.d. zeepboom; — ook een Westindische heester die zeepstof bevat.

2025-07-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ZEEPHOUT

is een boom Quillaja Saponaria Mol. en enkele verwante soorten (fam. Rosaceeën) die in Chili, Peru en Bolivia voorkomt en in India en Californië is ingevoerd. De afgeschaafde en versnipperde bast komt als houtzeep in de handel en bestaat hoofdzakelijk uit het phloëem en bevat 10 pct saponine (quillaja saponine) d...

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zeephout

o. (hout v. d. zeepboom).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zeephout

o. hout van de zeepboom.

2025-07-25
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Zeephout

SUR. Zie CARYOCAR.

Gerelateerde zoekopdrachten