Zeekool
v., 1. overblijvende, kruisbloemige plant (Crambe maritima), met dikke knoestige wortelstok en talrijke uitlopers, waaruit hier en daar stengels opstijgen; de bladen van deze plant geven, wanneer men ze in het voorjaar tegen de invloed van het licht bewaart, een zeer vroege en smakelijke groente; 2. ben. voor de zeewinde.