Wat is de betekenis van ZEDELIJKHEID?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zedelijkheid

v,, 1. verhouding tot de ethische norm, moraliteit, het al of niet zedelijk goed zijn (van iets): de zedelijkheid van iets beoordelen ; de zedelijkheid van iemand, van iemands gedrag ; 2. het overeenkomen met de zedelijke norm, het zedelijk-zijn: dat is een daad van de hoogste zedelijkheid; — in het dagel. spraakgebr. va...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zedelijkheid

zedelijkheid - Zelfstandignaamwoord 1. gedrag volgens geldende normen en waarden Dit verstoot tegen de zedelijkheid. Woordherkomst afgeleid van zedelijk met het achtervoegsel -heid

2025-07-24
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

ZEDELIJKHEID

wordt in de gewone omgangstaal veelal uitsluitend in verband gebracht met het zesde gebod van de Decaloog. Deze versmalling is wel begrijpelijk, maar toch te betreuren. Zedelijkheid is eigenlijk een veel ruimer begrip, dat niet alleen het zedelijk goede maar ook het zedelijk slechte en dit op alle gebied insluit. De term „onzedelijk of immore...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zedelijkheid

s., seedlikens, seedlikheit.

2025-07-24
Encyclopedie voor Ziel- en Opvoedkunde

Drs. P. Wijkema (1936)

Zedelijkheid

gezindheid van den mens betreffende goed en kwaad, ongeacht of deze gezindheid berust op het innerlijk beleven van een bovennatuurlijke Wil (ethiek), of op, wat om redenen van maatschappelijke aard op een bepaald ogenblik voor een ieder goed en kwaad wordt geacht te zijn (moraal). Nu staan ethiek en moraal geenszins los van elkaar; de ethiek dient...

2025-07-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Zedelijkheid

datgene, wat overeenkom! m/d heertellende moraal; overigens, vooral in Ned., zeer vaag begrip, door velen gebruikt als synoniem met openbare z. Deze laatste wordt geregeld i/d → Zedelijkheidswet.

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zedelijkheid

→ Zeden.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zedelijkheid

('ze:dələkheit) v. het → zedelijk (I 1) zijn.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zedelijkheid

v., 1. verhouding tot de ethische norm; het zedelijk-zijn (e); 2. (in engere zin) het overeenkomen met de heersende opvattingen op seksueel gebied. (e) Zedelijkheid vooronderstelt →vrijheid en verantwoordelijkheid, in die zin dat de mens door de rede zichzelf de wetmatigheden van zijn handelen voorschrijft. De idee van het goede, die als sta...