Wat is de betekenis van ZANGGEZELSCHAP?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zanggezelschap

o. (-pen), gezelschap van personen die de zangkunst beoefenen.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zanggezelschap

zanggezelschap - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) een groep personen die zich toelegt op de zangkunst Het hele zanggezelschap werd aangestoken door iemand die de griep had. Woordherkomst samenstelling van zang en gezelschap

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zanggezelschap

o. zanggezelschappen (gezelschap, dat de zangkunst beoefent, zangvereniging); het zanggezelschap Melodia.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zanggezelschap

('zang) o. (-pen) gezelschap dat zich in het zingen oefent.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZANGGEZELSCHAP

ZANGGEZELSCHAP, o. (-pen), gezelschap van personen die de zangkunst beoefenen; ...GOD, m. (fab.) Apollo; ...GODIN, v. (-nen), muze; ...KOOR, o. (...koren), vereeniging van zangers die tegelijk zingen (in eene kerk, op het tooneel enz.); plaats waar zij zingen.