Wat is de betekenis van zaligmaker?

m., Heiland, Verlosser der wereld, Jezus Christus.

1) (1982) (sch.) mannelijk lid. • Haastig rommelde ik aan mijn gulp, bevrijdde mijn zaligmaker, én drong in haar. (Hans Koekoek: Liefzijn toegestaan. 1982) 2) (1874) (enkel verkleinvorm) (inf.) borrel. Van een dronkaard zei men destijds dat hij 'half zalig' is. • Geef me pen zaligmakertje. Het is de liefhebber van d...

(1) (Met een hoofdletter) God, hier eufemistisch aangeduid met een van zijn eigenschappen. De benaming komt vooral voor in vertalingen van het Oude Testament. Zie ook: Adonai*; Allerhoogste*; Almachtige*, Gezegende*, Heiland* enzovoort. De Zaligmaker had gezegd: Geeft den Keizer, dat des Keizers is. Isaäc da Costa: Bezwaren tegen de geest der e...

Jesus Christus, de → Verlosser.

is de Nederlandse vertaling van het Griekse woord sotèr, en drukt hetzelfde uit als het woord Heiland .

s., sillichmakker, -meitser.

Heiland, zijn vertalingen van Jezus, Jozua, welke woorden betekenen: bij de Here is heil of zaligheid. De naam wordt in het N.T. bepaald van Jezus gebruikt in verband met wat de engel vóór Zijn geboorte had gepredikt, Matt. 1 : 21. Op enkele plaatsen wordt Z. van God gebezigd, 1 Tim. 1 : 1; 4 : 10. Op andere is verschil van mening over de vraag, of...

m. (de Heiland).

Verlosser