Wat is de betekenis van zakpijpen?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zakpijpen

zakpijpen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zakpijp

2025-07-24
Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Zakpijpen

De eerste zakpijp die ik in het Artis-aquarium zag, een zogenaamde rode zakpijp, maakte meer een aandoenlijk-komische indruk dan dat ik er een hoogst interessant dier in zag. Het leek een felrood mannetje dat de hoek omwilde en daarom een hand uitstak. Het was, ook voor de bezoekers, duidelijk een vreemde speling van de natuur die, doordat het zich...

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zakpijpen

[<Du. Sachpfeife, doedelzak], v./m. (mv.), Ascidiacea, een klasse van dieren, behorend tot het onderfylum manteldieren. (e) Zakpijpen zijn holle, veelal boltot flesvormige dieren, met twee openingen (→manteldieren). Zij leven vastgehecht op de zeebodem. De kleur varieert van soort tot soort, van doorzichtig tot geel en rood. De afmetingen...

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Zakpijpen

weekdiergroep, zie Ascidae.

Gerelateerde zoekopdrachten