Wat is de betekenis van ZADDIK, TSADDIK?

2025-07-27
Kleine woordentolk der geesteswetenschappen

A.J.H. van Leeuwen, A.P. Meyer-Gerhard (1977)

ZADDIK, TSADDIK

(h) Rechtvaardige. Iemand die door deugdzaamheid God gevonden heeft.

Gerelateerde zoekopdrachten