Wat is de betekenis van zaadleider?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zaadleider

m. (-s), (ontl.) buis waardoor het manlijk zaad van de bijballen naar de roede gevoerd word.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zaadleider

zaadleider - Zelfstandignaamwoord 1. een buis waardoor het zaad van de bijballen naar de penis vervoerd wordt Op dit plaatje is de plaats van o.a. de zaadleider weergegeven. Woordherkomst samenstelling van zaad en leider

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zaadleider

zaadleider - zelfstandig naamwoord uitspraak: zaad-lei-der 1. buisje waardoor het mannelijk zaad van de bijbal naar de penis gaat ♢ als de zaadleiders worden afgebonden, is een man onvruchtbaar Zelfstandig naamwoord: zaad-lei-der ...

2025-07-29
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

zaadleider

buis voor verwijdering van spermatozoa uit geslachtsklier.

2025-07-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Zaadleider

var deferens, het (in de bijbal opgerolde) kanaal, dat de zaadcellen van de zaadballen naar de urethra (ductus ejaculatorius) brengt.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zaadleider

('za:t) m. (-s) Ontl. buis waardoor het mannelijk zaad naar de roede geleid wordt.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zaadleider

m. (-s), ductus (vas) deferens, de buis die als voortzetting van de bijbal de afvoer van de spermatozoën naar de urinebuis verzorgt, →geslachtsorgaan.

2025-07-29
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press