Zaadleider
m. (-s), (ontl.) buis waardoor het manlijk zaad van de bijballen naar de roede gevoerd word.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), (ontl.) buis waardoor het manlijk zaad van de bijballen naar de roede gevoerd word.
Wiktionary (2019)
zaadleider - Zelfstandignaamwoord 1. een buis waardoor het zaad van de bijballen naar de penis vervoerd wordt ♢ Op dit plaatje is de plaats van o.a. de zaadleider weergegeven. Woordherkomst samenstelling van zaad en leider
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
zaadleider - zelfstandig naamwoord uitspraak: zaad-lei-der 1. buisje waardoor het mannelijk zaad van de bijbal naar de penis gaat ♢ als de zaadleiders worden afgebonden, is een man onvruchtbaar Zelfstandig naamwoord: zaad-lei-der ...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
var deferens, het (in de bijbal opgerolde) kanaal, dat de zaadcellen van de zaadballen naar de urethra (ductus ejaculatorius) brengt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), ductus (vas) deferens, de buis die als voortzetting van de bijbal de afvoer van de spermatozoën naar de urinebuis verzorgt, →geslachtsorgaan.
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: