X crataégus grignonénsis MOUILLEF
C. pubéscens X C.? Vormt een brede, dichte kroon met ongedoornde grijze of grijs-bruine takken, de twijgen eerst rood-bruin en behaard, later kaal. Bladeren kort gesteeld, 3,5-7 cm lang, iets lederachtig, zwak 5-9-lobbig, bladvoet wigvormig toelopend, rand gezaagd-getand; eerst aan beide zijden min of meer viltig behaard, later bovenzijde kaal, mat...