Wroeter
m.. WROETSTER, v. (-s), die wroet.
Peter Bakema (2003)
(de, -s) harde werker, zwoeger. De West-Vlaamse ondernemer is een koppige wroeter die geen pottenkijkers duldt. - Trends, 07-03-2002.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
B.D. Poppen (2000)
In papiermolens, de vierde stamper van de kapperij, waardoor de op de bodem van de ton vastgekoekte massa werd omgekeerd.
Walter De Clerck (1981)
Harde werker, zwoeger. Claes was een knap student, een wroeter, een idealist, een die het ver zou brengen, BONI 1948, 146. Deze onverzoenbare wroeters zijn tien jaren vóór hun dood al gekromd naar de aarde waar zij zullen rusten, TEIRLINCK 1952, 1, 20. Sam.: wroetersvlijt (Was daar niet taaie wroetersvlijt, zorgende spaarzaam...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: