Wat is de betekenis van wrapper?

2025-07-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

wrapper

(zelfstandig naamwoord) [alg.] wikkel, omslag, verpakking - Bosje kaartjes, wikkel erom en verkopen aan de hoogste bieder. [ict] omslag - Opmaak en tekst zijn twee bestanden in één omslag, dat een .docx heet.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

wrapper

(1998) (< Eng. to wrap, verpakken) (jeugd) speciaal soort presentator voor jeugdprogramma's: maakt grapjes, reportages, spelletjes enz. • "Leeftijd is onbelangrijk" - Mark Tijsmans nieuwste en meteen ook oudste 'wrapper' van Ketnet. (Gazet van Antwerpen, 16/06/1998) • Het programma wordt gepresenteerd door de wrappers Mark Tysmans en...

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

wrapper

1. inwikkelaar; 2. peignoir; omslag, kaft; dekblad [v. sigaar]; kruisband [voor een courant]; wrappers, ook: ingenaaid.