Woudboer
Reïnterpretatie van de eveneens in Amsterdam voorkomende namen Weijtboer en Wijtboer?
Meindert Schroor PhH (2016)
De boer die in de Friese Wâlden zijn agrarisch bedrijf heeft. Stond vroeger voor een boer op de arme zandgronden. Meestal betrof het kleine, gemengde bedrijven met het accent op de akkerbouw. De veehouderij (koeien, schapen, geiten) was noodzakelijk voor de bemesting van het bouwland. Door de komst van terpaarde en later kunstmest werd de veehouder...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Het verschil tussen bouw-, greid- en woudboer is in de laatste jaren aanzienlijk kleiner geworden, vooral door het gebruik van kunstmest. Voor de vroegere typering vergelijke men S. Kloosterman, De Hoara’s fan Hastings (1921). zie Standen, Volkskarakter, Wouden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: