Wat is de betekenis van woon uit?

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

woon uit

woon uit - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwonen ♢ Ik woon uit 2. gebiedende wijs van uitwonen woon uit! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwonen woon je uit...