Wat is de betekenis van wonka?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

wonka

(1940-1945) samentrekking van wonderkachel. Zie rus (2)*. • De burgerbevolking verkeert tijdens de oorlog in een noodtoestand. Niets blijft onaangetast. Er verrijzen noodwinkels en -woningen, er is noodverlichting en -verpakking, noodgeld en -kaarten, zelfs -rantsoenbonnen; van een wasemmer, teil of iets dergelijks maakt men een noodkachel (we...

Gerelateerde zoekopdrachten