Wat is de betekenis van Wokkel?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

wokkel

(1983) (jeugd) rare snuiter; veelvraat, dikzak. • Als voorbeeld noemt Jansen Koot en Bic, die een aantal woorden uit de Haagse subcultuur hebben gevist en door middel van Jacobse en Van Es tot gemeengoed hebben gemaakt. Jongerentaal bestaat volgens Jansen voornamelijk uit 'bekrachtigers'. „Meestal gaat het om een benaming voor iets negat...

2025-07-27
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

wokkel

(jeugdtaal) dikzak; gezet persoon. Sedert eind twintigste eeuw.

2025-07-27
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Wokkel

Wokkel - bepaald soort zoutje. En dat op koopavond tijdens de tweede - meestal toch de drukst bezochte - voorstelling. Verder slechts lege Wokkelzakjes, bierblikjes en ander vuil. Elsevier, 27-01-90