Witstaart
m. (-en), dier met witte staart, inz. zulk een paard; — tapuit; — naam aan een oude gewone zeearend gegeven, omdat de staartpennen alsdan wit zijn.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), dier met witte staart, inz. zulk een paard; — tapuit; — naam aan een oude gewone zeearend gegeven, omdat de staartpennen alsdan wit zijn.
Klaas J. Eigenhuis (2004)
Oude naam voor de Tapuit, bij Houttuyn 1763 (hoofdnaam, want in de marge onder de wetenschappelijke naam), Vroeg 1764 en Wegman 1765 (hier als naam van tweede keus na "Blaauwe Tapuit") en in NV II 1789 (hier als nevennaam na Tapuit). De naam is goed gemotiveerd, want de Tapuit heeft in vlucht een opvallend witte partij aan de basale helft...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('wit) m. (-en) 1. Algm. dier inz. paard met witte staart. 2. Inz. → witgatje.
J.H. van Dale (1898)
WITSTAART, m. (-en), tapuit; (ook) naam aan een ouden gewonen zeearend gegeven, omdat de staartpennen alsdan wit zijn; paard met witten
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: