Wat is de betekenis van Wipstaart?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wipstaart

m. (-en), kwikstaart; ook winterkoninkje.

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

wipstaart

(1984) (Vlaanderen, sch.) iemand die niet stil kan zitten, die mieren in zijn gat heeft. Syn.: kwikstaart*. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)

2025-07-22
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Wipstaart

(1) Volksnaam voor de Witte Kwikstaart ←, minder voor de Gele Kwikstaart. Ook Wupstaart [WVD], Wipstat [Schaars 1989] en Wipstaat [WLD] of Kwispeltaatsje [WBD]. Wüst 1970 noemtD Wippsterzen en variantenamen.De naam is gemotiveerd doordat de vogel zijn staart op en neer wipt. In 1712 is het ww. wipstaarten 'geslachtsgemeenschap hebben...

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wipstaart

m. wipstaarten (kwikstaart).

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wipstaart

('wip) m. (-en) kwikstaart.