Wipstaart
m. (-en), kwikstaart; ook winterkoninkje.
Marc De Coster (2020-2025)
(1984) (Vlaanderen, sch.) iemand die niet stil kan zitten, die mieren in zijn gat heeft. Syn.: kwikstaart*. • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Klaas J. Eigenhuis (2004)
(1) Volksnaam voor de Witte Kwikstaart ←, minder voor de Gele Kwikstaart. Ook Wupstaart [WVD], Wipstat [Schaars 1989] en Wipstaat [WLD] of Kwispeltaatsje [WBD]. Wüst 1970 noemtD Wippsterzen en variantenamen.De naam is gemotiveerd doordat de vogel zijn staart op en neer wipt. In 1712 is het ww. wipstaarten 'geslachtsgemeenschap hebben...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: