Wat is de betekenis van winkeldiefstal?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Winkeldiefstal

m. (-len).

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

winkeldiefstal

diefstal van winkelwaar. diefstal die wordt gepleegd door een artikel uit een winkel mee te nemen zonder te betalen; diefstal van winkelwaar. Voorbeelden: Mensen die te snel hebben gereden of een winkeldiefstal hebben begaan krijgen bijvoorbeeld een schikking. Gaan zij hierop in dan besparen zij zichzelf een gang naar de rechter. ...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

winkeldiefstal

winkeldiefstal - Zelfstandignaamwoord 1. de daad van het stelen van goederen uit een winkel Veel winkeldiefstallen worden gepleegd door het winkelpersoneel. Woordherkomst samenstelling van winkel en diefstal Verwante begrippen kruimeldiefstal

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

winkeldiefstal

winkeldiefstal - zelfstandig naamwoord uitspraak: win-kel-dief-stal 1. het stelen van een of meer dingen uit een winkel ♢ bij elke winkeldiefstal doet deze zaak aangifte bij de politie Zelfstandig naamwoord: win-kel-dief-stal ...

2025-07-28
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)