Wat is de betekenis van windschopper?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

windschopper

(1923) (sch.) druktemaker. • ‘'n Windschopper toch, die Ruits, en’ .... (Jacobus van Looy: Jaap. 1923)