Windlade
v. (-n), (org.) langwerpige lade waarop de pijpen in een orgel staan en waarin zich de ventielen bevinden.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), (org.) langwerpige lade waarop de pijpen in een orgel staan en waarin zich de ventielen bevinden.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
John Kooy (1933)
onderdeel v/h orgel-meehanisme: langwerpig-vierkante lade, die tot doel heeft den wind over de verschil!, pijpen te verdeelen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Windlade - in het orgel de langwerpig vierkante lade, in afdeelingen gesplitst, die met de windkast door middel van ventielen verbonden is. De bestemming van de w. is, den wind over verschillende pijpen te verdeelen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-n) (orgelbouw), een onder winddruk staande, grote houten ‘doos’, die aan de bovenzijde is voorzien van conische gaten waarin de voeten van de orgelpijpen passen; door de bodem ervan lopen tegenover de pijpvoeten trekdraden die kleppen bedienen.
J. Kramer (1908)
(org.) de langwerpig vierkante lade, waarop de pijpen staan en waarin de cancelventielen. Elk manuaal of pedaal heeft, een W.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: