Wat is de betekenis van WINCH?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Winch

(Eng.), v. (-en, -es), lier, stoom- of electrische lier op schepen.

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Winch

[Eng.) scheepslier, windas, spil; dommekracht.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Winch

stoomlier

2025-07-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

winch

(de, -es), (uitspr. E: wintsj), lier. Piepend en knarsend alsof de kabels het elk moment kunnen begeven, hijst de 150 pk winch de netten naar boven (B. Ooft 1972: 112). -Etym.: E.

2025-07-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

winch

1. wins, windas, lier, dommekracht; 2. kruk of handvat.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

winch

(wintsj) v. (-en) [Eng.] lier om schepen te laden of te lossen.

2025-07-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Winch

lier, machine voor het laden en lossen. Men onderscheidt hand-, stoom-, hydraulische en electr. winches of lieren; allen komen hierin overeen, dat zij om een trommel een landreep op- of afdraaien, waardoor de goederen naar omhoog of naar omlaag gaan.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WINCH

WINCH, v. (-en), lier, machine om schepen te laden en te lossen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)