Wat is de betekenis van WILDELING?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wildeling

m. (-en), wilde boom die door enten, griffelen enz. veredeld kan worden, maar het nog niet is ; inz. wilde appel (ook de vrucht).

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Wildeling

is een andere naam voor zaailing. Feitelijk verstaat men er echter sterk groeiende zaailing onder, daar men de zwakgroeiende exemplaren uit het zaaisel verwijdert. De w. worden bij verschillende fruitsoorten uitsluitend gebruikt voor het krijgen van een sterke groei van de edele variëteiten.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wildeling

m. wildelingen (wilde, niet veredelde boom, vooral wilde appel), ook: de vrucht.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wildeling

('wildəling) m. (-en) 1. Eig. nog wilde (I 4) boom : die appelboom is een -. 2. Metn. vrucht daarvan.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WILDELING

WILDELING, m. (-en), wilde boom die door enten, griffelen enz. veredeld kan worden, maar het nog niet is ; inz. wilde appel; —BOOM, m. (-en), eene soort van zoeten appelboom.