Wat is de betekenis van wikkel?

m. (-s), 1. bosje tabak in een omblad gerold, onvoltooide sigaar, waarom het dekblad nog aangebracht moet worden ; 2.. stuk papier waarin iets gewikkeld wordt.

(1991) (drugs) dope in een envelopje van zilverpapier. • Er lagen twee 'wikkels' op tafel. Geen topvondst, maar het wees in elk geval op de aanwezigheid van dope in het pand. (Jan van Daalen: Sans rancune. 1991)

wikkel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wikkelen ♢ Ik wikkel 2. gebiedende wijs van wikkelen ♢ wikkel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wikkelen ♢ wikkel je? ...

wikkel - zelfstandig naamwoord uitspraak: wik-kel 1. stuk papier of kunststof waar een artikel in gewikkeld is ♢ op het wikkel van deze reep staat wat erin zit Zelfstandig naamwoord: wik-kel het wikkel ...

(de, -s) adresband rond een tijdschrift.

In de watergeneeskunde een klein formaat pakking, een natte doek die om romp, borst, hals, armen of kuiten wordt aangebracht.

1. Adresband (om een tijdschrift e.d.). (Mog. als germ., naar du. Wicket). Indien uw adres onvolledig of niet juist is: stuur ons dan deze wikkel terug met de nodige wijzigingen, Op de adresband van Murakoze mei 1978. 2. Toestand, situatie waarin men zich lekker voelt: gewone doen e.d. Nu ... ’t straatlawaai en ’t geruch...

(de, -s), (ook gebr. bij de politie:) kleinste standaardhoeveelheid marihuana (± 5 g) verpakt in een wikkel. De Narcoricabrigade is dezer dagen erg actief. ( ) Aan de Ruferweg in de omgeving van Bethesda werd een dealer gevat met een aantal wikkels in zijn bezit (WS 16-4-1983). - Syn. sigaar. Zie ook: lai.

gewikkel, toedraai, omwind, inrol; betrek, bring, plaas; heen en weer beweeg; vinnig maak.