Wat is de betekenis van wijsgerig?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wijsgerig

bn. bw. (-er, -st), 1. philosophisch, de wijsbegeerte betreffend, resp. volgens haar leerstellingen: wijsgerig spreken, handelen; een wijsgerige beschouwing over iets; 2. als een wijsgeer : zich icijsgerig schikken in het onvermijdelijke.

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wijsgerig

wijsgerig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: wijs-ge-rig 1. wat te maken heeft met de filosofie ♢ dit artikel is een wijsgerige beschouwing over schuld en boete Bijvoeglijk naamwoord: wijs-ge-rig de/het...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wijsgerig

adj. & adv., wiisgearich.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wijsgerig

bn., bw. (als [van] een wijsgeer, philosophisch): een wijsgerig stelsel; een wijsgerig onderzoek.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wijsgerig

(wijs'che:rəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. (als) van een wijsgeer : een onderzoek. Syn. filozofisch. 2. van, eigen aan, behorend tot, betreffende de wijsbegeerte : een stelsel; een -e verklaring.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wijsgerig

bn. en bw. (-er, -st), filosofisch.

2025-07-25
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)