Wat is de betekenis van wijnbouwer?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wijnbouwer

m. (-s), iem. die wijndruiven verbouwt.

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

wijnbouwer

iemand die wijndruiven verbouwt. iemand die wijndruiven verbouwt voor zijn beroep of uit liefhebberij. Voorbeelden: Door 25 jaar ervaring zijn de Hagelandse wijnbouwers de kinderziekten ontgroeid en kennen ze hun stiel. Vele van deze wijnen zijn kwalitatief beter dan de gewone tafelwijn en verdienen dan ook een betere appelatie. h...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wijnbouwer

wijnbouwer - zelfstandig naamwoord uitspraak: wijn-bou-wer 1. iemand die wijndruiven verbouwt ♢ deze wijnbouwer maakt de lekkerste wijnen Zelfstandig naamwoord: wijn-bou-wer de wijnbouwer ...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wijnbouwer

m. wijnbouwers (iem., die wijndruiven verbouwt).

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)