Wat is de betekenis van Widder?

2025-07-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Widder

a. weer; Nieuwhoogduits wieder; b. tegen; Nieuwhoogduits wider; widder got nit geredt = zonder mij tegen Gods wil te verzetten; ik wil mijn mond niet ten kwade openen; God kan het nog wel anders beschikken, maar..., gezegd als men vreest, dat het slecht zal aflopen; zie geredt.

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Widder

ram; stormram; rammelaar (mnl. haas of konijn).