Wat is de betekenis van Weter?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Weter

m. (-s), (w. g.) iem. die weet of voor zover hij weet; — (ong.) betweter: ik ben veel zachter en veel stiller dan ooit geloven de durver, weter en bediller (Verwey).

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Weter

s., wit(t)er.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weter

(‘we:tər) m. (-s) 1. Algm. hij die iets bepaalds weet. 2. Inz. betweter.