Wat is de betekenis van WESTMOESSON?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Westmoesson

m. (-s), moesson die (ten N. v.d. evenaar) uit het Z.-W. waait, en de tijd daarvan, regentijd.

2025-07-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Westmoesson

N.W. wind, die van ca Decem. tot Maart waait ten Zuiden van de evenaar (z. Moesson).

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

westmoesson

m. westmoessons (O.-I. moesson, die uit het N.-W. waait, regentijd November tot Mei).

2025-07-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Westmoesson

in N.O.-I. de tijd v. November tot Mei, waarin de wind meestal N.W. is.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

westmoesson

('westmoesson) m. (-s) O. I. moesson die uit het zuidwesten waait en regen aanbrengt : de waait op Java van half oktober tot half april.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WESTMOESSON

WESTMOESSON, m. (-s), moesson die uit het Z.W. waait, regentijd.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten