Werkloos, werkeloos
bn., 1. niets doend, niets verrichtend: werkloos, werkeloos toezien, zonder iets te doen om te helpen enz.; 2. zonder werk (buiten eigen toedoen), geen werk kunnende vinden: hij is al geruime tijd werkloos, werkeloos.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. niets doend, niets verrichtend: werkloos, werkeloos toezien, zonder iets te doen om te helpen enz.; 2. zonder werk (buiten eigen toedoen), geen werk kunnende vinden: hij is al geruime tijd werkloos, werkeloos.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: