Werker
m. (-s), iem. die werkt of arbeidt, persoon met betr. tot zijn werk: het is een goed, een onvermoeid werker ; — (pregn.) iem. die hard werkt: hij is een echte werker.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), iem. die werkt of arbeidt, persoon met betr. tot zijn werk: het is een goed, een onvermoeid werker ; — (pregn.) iem. die hard werkt: hij is een echte werker.
Wiktionary (2019)
werker - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die werkt 2. iets om op of mee te werken bijv. een hoogtewerker Woordherkomst afgeleid van werken met het achtervoegsel -er Synoniemen arbeider, werkkracht, werkman Verwante begrippen werk
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
werker - zelfstandig naamwoord uitspraak: wer-ker 1. iemand die lichamelijk werk doet waar weinig opleiding voor nodig is ♢ deze eenvoudige werkers zorgen ervoor dat wij brood op de plank hebben 2. iemand die werkt ...
Walter De Clerck (1981)
Pers. die tot de arbeidersklasse behoort: (hand)arbeider, werkman. Eén van uw inwoners, beste Brakelaars, heeft een studentenstop doorgevoerd, een studentenstop voor mensen die komen uit ons milieu, uit het milieu van de werkers, Gentenaar 9/5/1977. Ook o.a.: Sociaalrechtelijk Wdb. 1958, 210. Opm.: In de standaardt. we...
M. J. Koenen's (1937)
m. werkers (iemand, die veel of ijverig werkt): hij is een werker; verg. b o n t w e r k e r.
Jozef Verschueren (1930)
('werkər) m. (-s) 1. Algm. hij die werkt : een onvermoeid -. 2. Inz. ambachtsman : bont-, glaswerker.
J.H. van Dale (1898)
WERKER, m. (-s), die werkt of arbeidt, die iets verricht; inz. ambachtsman: het is een goed, een onvermoeid werker; een bontwerker, een glaswerker, werkman in bont, in glaswaren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: