Wat is de betekenis van wegscheren, zich?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wegscheren, zich

(scheerde zich weg, heeft zich weggescheerd), zich uit de voeten maken, ophoepelen : scheer je weg! ga heen !

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wegscheren, zich

scheerde zich weg, h. zich weggescheerd (maken, dat men wegkomt): scheer je weg, luiaard, pak je weg!

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wegscheren, zich

('wech) (scheerde zich weg, heeft zich weggescheerd) maken dat men wegkomt : scheer je weg, luiaard!.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wegscheren, zich

(scheerde zich weg, heeft zich weggescheerd), zich uit de voeten maken, ophoepelen: scheer je weg!, ga heen!